NieuwsBulletin
Archeologie 1 Boerderijen in Salland | ![]() | ||||
![]() |
Columns Oprechte Dalfser Courant
Langs Vecht en kerk met Rondom Dalfsen december 2022
Wat zouden wij het nu mooi gevonden hebben als de Vecht al haar oorspronkelijke bochten ten westen en oosten van Dalfsen had behouden. Als een slang was de rivier door het landschap gekronkeld. Ruim honderd jaren geleden dacht men daar heel anders over. Dat blijkt uit het artikel daaromtrent in de nieuwe Rondom Dalfsen. Tussen Dalfsen en Zwolle is een aantal bochten rechtgetrokken. Gelukkig niet allemaal en is het geen kanaalachtig aanzien geworden. Veel oorspronkelijks is nog te herkennen, al weet niemand meer hoe het ooit was. Met het aanzien van de Vechtdijk ligt dat iets anders. Ooit stond daar zelfs een sigarenfabriek, die van Van Ankum. Vlakbij een oud huis waar nu de ingang naar -voorheen- Fokkens is. Veel bekende Dalfsenaren passeren de revue bij de beschrijving van de bewoners van dit afgebroken pand.
Afgebroken zijn gelukkig niet de meestershuizen in Hoonhorst en in Lenthe bij de Witte Gans. Dit is speciaal gebouwd voor het eerste hoofd van de naastliggende school. Een slimme manier om goed personeel aan te trekken in tijden van woningschaarste. Van deze meestershuizen zijn er nog veel in de gemeente Dalfsen, zoals zal blijken uit toekomstige afleveringen van het tijdschrift. Opvallende huizen, maar geen monumenten. Dat geldt wel voor de Rooms Katholieke Heilig Hartkerk aan de Posthoornweg in Lemelerveld. Wellicht het enige neogothische gebouw in de gemeente.
Aan de buitenkant al bijna honderd jaar onveranderd met fraaie glas-in-loodramen. Dat blijkt uit de foto’s. De binnenkant van de kerk mag er ook zijn, al heeft de modernisering wel behoorlijk wat veranderingen met zich meegebracht. Dat waren niet allemaal verbeteringen.
Enorme veranderingen zijn er wel geweest in het Franse dorp Lourdes na de overgeleverde verschijning van Maria aan Bernadette Soubirous. Daarvan getuigt ook het verslag uit 1921 van Dora Ligtenberg-Kappers, tante Dora in Hoonhorst. Zij is er verscheidene keren geweest. Het bedevaartsdorp trekt nog elk jaar miljoenen mensen.
Kortom, deze wederom fraai vormgegeven en nieuwe Rondom Dalfsen, voorzien van vele illustraties, is de moeite waard. Wie het blad niet in de bus krijgt kan losse nummers kopen bij de boekhandels in Dalfsen, bij Wennemars in Oudleusen en bij Blitsspul in Lemelerveld.
Namens de redactie, Jan Sibelt
Monument en monumentaal september 2022
Wanneer wordt een gebouw een monument? Wanneer spreek je van een monumentaal gebouw? Het antwoord op die vragen is te overzien. Moeilijker te beantwoorden lijkt mij de vraag wanneer je kunt of moet spreken van een monumentaal mens? De inhoud van de nieuwe Rondom Dalfsen kan lezers op beide punten wellicht wat wijzer maken.
Wie van Heino of de Witte Gans naar Dalfsen rijdt ziet vlak voor de slinger in de weg tussen Den Aalshorst en Den Berg links en rechts een fraaie boerderij. Rechts Groot Rekkelaar, een rijksmonument, en links Klein Rekkelaar, een gemeentelijk monument. Waar vind je nog een voorgevel als bij Klein Rekkelaar? Vijf ramen in totaal in 104 roeden verdeeld. Volkomen symmetrisch ook nog.
Als de eerste meesterswoning bij de eerste school in Dalmsholte bij Doktersbrug was kunnen blijven staan, dan was deze vast ook een gemeentelijk monument geworden. Gelukkig hebben we de foto nog.
Meer foto’s bevat deze Rondom Dalfsen van dominee Cazemier. Van 1931 tot in 1967 stond hij op de kansel van wat nu de Grote Kerk is en destijds de Nederlands Hervormde Kerk. Hij was bepaald niet alleen ín de kerk actief, want hij was heel druk met huisbezoeken, introduceerde een kerkblad, stimuleerde de bouw van Pniël en was zeer betrokken bij de oprichting van Rosengaerde. Voor hem is geen monument opgericht, maar in Oudleusen is de school naar hem genoemd, dat is toch eigenlijk ook veel mooier.
Die eer is zuster Gondulpha -haar burgerlijke naam was Martha Leegte- niet ten deel gevallen. Zij was wijkzuster namens het Wit Gele Kruis, zuster van het Heilig Hart uit het klooster en fietste heel katholiek Dalfsen, Hoonhorst en Wythmen af om hulp te bieden. De haar later aangeboden solex zal een welkom cadeau geweest zijn.
Hoonhorst, Dalfsen en Oudleusen kregen de bevrijding in april 1945 bepaald niet cadeau zo valt te lezen in het derde en laatste deel van de opmars van de Canadezen in die maand. De opgeblazen brug fungeerde even als obstakel maar de bevrijding was daar zoals blijkt uit een Canadees verslag: “The local population gave us a great welcome, even going so far as to bring the town brass band”. Excelsior!!
Rondom Dalfsen valt bij de leden van de Historische Kring in de bus. Losse nummers zijn te koop bij Blitsspul in Lemelerveld, bij Wennemars in Oudleusen en bij de boekhandels in Dalfsen.
Namens de redactie, Jan Sibelt
De boer op in Rondom Dalfsen april 2022
Daar hoeven wij niet moeilijk over te doen. Wie de kaart van de gemeente Dalfsen bekijkt komt al gauw tot de conclusie dat Dalfsen qua grondgebruik een agrarische gemeente is. Wat de woonplek van de mensen aangaat is dat niet meer zo. Toch was dat nog niet zo heel lang geleden wel het geval. Vandaar dat Dalfsen een flinke geschiedenis heeft wat boeren en boerderijen betreft. Sommige erven zijn dan ook heel oud. De geschiedenis van de Ierthe kennen we. Maar wie kent Erve die Rollet? Misschien dat lezers het fraaie houten bord op de gevel hebben gezien. Wie het artikel in Rondom Dalfsen heeft gelezen weet veel meer. De familie Damman woont op een heel oude “plaatse” aan de Ankummer Es. Wijlen Thijs Knotters noemde de plek wel eens de Oude Lorette, zulke verbasteringen kunnen in de loop der tijd ontstaan.
Aan de andere kant van de Vecht zijn en waren nog veel meer oude erven. Een ervan was de hof te Emmen, vlakbij de Vecht. Zoals de naam al aangeeft is deze te relateren aan het zogenaamde hofstelsel en was het in die tijd dus een belangrijk erf. Waar lag dit dan precies? Is er nog iets van te zien? Het artikel in Rondom Dalfsen geeft op (bijna) alle vragen antwoord.
Thuis bij en bekend met de boer(inn)en waren zeker de wijkverpleegkundigen. Zij moesten vroeger door weer en wind over vaak zeer slechte wegen (modder en stuifzand) naar hun adressen in alle buurtschappen van Dalfsen. Geen wonder dat zij er al vroeg op aandrongen om de fiets in te mogen ruilen voor een bromfiets, een solex en later een auto. Zuster Boekel was zo iemand die vanwege het Groene Kruis letterlijk honderden keren de boer opging, Oudere Dalfsenaren (vooral moeders?) kunnen zich haar nog herinneren.
Een aantal boeren uit Lenthe/achter Hoonhorst herinner(d)en zich zeker iets bijzonders: de gevechten in en om hun boerderijen in april 1945. De oprukkende Canadese troepen raakten daar in felle gevechten verwikkeld met zich terugtrekkende Duitse troepen. Dat leverde slachtoffers en veel materiële schade op. De gegevens uit Canadese archieven, gevoegd bij de verhalen van Roessink, Haverink en Prins, leveren tezamen een gedetailleerd beeld op van hetgeen zich aldaar heeft afgespeeld.
Leden van de HKD krijgen het nummer in de bus, losse nummers zijn verkrijgbaar bij de boekhandels in Dalfsen, bij Wennemars in Oudleusen en bij Blitsspul in Lemelerveld.
Namens de redactie, Jan Sibelt
Een vlieger, een schrijver, een zeeuw, een muurtje en 3 kastelen september 2021
De nieuwe Rondom Dalfsen bestrijkt deze keer werkelijk het hele gebied van de oude gemeente Dalfsen. Ga maar na: verhalen over het opgraven van een vliegtuig in Millingen /Hoonhorst, over een Zeeuw die boer wordt in Oudleusen, over de schrijver Broos Seemann uit Lemelerveld, over 3 kastelen net buiten Dalfsen en over het muurtje rond de Grote Kerk in Dalfsen.
Het was nog wel zo mooi gepland: een respectvolle opgraving van een vliegtuig (zeer waarschijnlijk was er nog een stoffelijk overschot in het wrak), een publieksdag voor de geïnteresseerde bevolking, scholen op bezoek, en allerlei publicaties via alle media. Daar stak corona een dikke stok voor. Alleen de perspublicaties waren er en gelukkig hebben we de foto’s nog. Daarvan staan er hele mooie in deze Rondom Dalfsen. Overigens: de Historische Kring Dalfsen heeft inmiddels een deel van de vondsten in bruikleen gekregen. Heel mooi was nog dat de recent overleden ooggetuige van de crash, Dorus Broeks, wel een blik op de opgraving kon werpen.
Een blik werpen op de drie echt oude kastelen die Dalfsen ooit kende gaat ook niet meer. Alleen een deel van Rechteren staat nog in volle glorie en goed zichtbaar te pronken. Van de kastelen Gerner, gelegen aan de huidige Wannestraat, en Rutenberg/Ruitenborgh met hun grachten en wallen is helemaal niets meer te zien. Wel is er wat opgegraven van Gerner, dat paste in enige tientallen dozen.
Van de te vroeg overleden Sallandse schrijver Broos Seemann rest daarentegen heel veel: boeken, verhalen, geschreven en gesproken columns. Hij vond zijn inspiratie vooral als onderwijzer in Lemelerveld, zijn jeugd in Deventer en Junne, in de mensen die hij ontmoette, die hij zag en in wat er in zijn omgeving gebeurde. Gevoegd bij zijn fantasie – frequent gesitueerd in het denkbeeldige plaatsje Broenvenne - resulteerde dat vooral in vele honderden columns, die ons bij elkaar veel leren over onszelf. Bijzonder is zijn taalgebruik: grotendeels fraai Nederlands, maar ook veel dialect en daarnaast juist een combinatie van beide in één verhaal. Hij had een voorkeur voor de Sallandse gewoonte om mensen bijnamen te geven. Daarin kwam de naam Verstelle niet voor. Dat is een Zeeuwse naam. Hoe komt het dan dat die naam aan een boerderij in Oudleusen is verbonden? In deze Rondom Dalfsen leest u dat de Ommerschans daar een sleutelrol in speelt.
En dan eindigt dit rondje Dalfsen met een rondje rond de Grote Kerk, dat wil zeggen het muurtje rond de Grote Kerk. Hoelang staat dat er al en van wie i het eigenlijk?
Wat mooi toch dat leden van de HKD het blad in de bus krijgen. Maar gelukkig zijn losse nummers verkrijgbaar bij de boekhandels in Dalfsen, bij Wennemars in Oudleusen en bij Blitsspul in Lemelerveld.
Namens de redactie , Jan Sibelt
Van de Poppenallee, de Kroesenallee en de Hessenweg april 2021
Hoeveel mensen uit Dalfsen en Hoonhorst (tegenwoordig zelfs uit Lemelerveld) rijden dagelijks of wekelijks over de Poppenallee en Kroesenallee naar Wijthmen, zoals Wythem officieel heet? Hoe velen van hen weten waar de namen Poppe(n) en Kroese (Crouse) vandaan komen? Daar kan echter wat aan gebeuren door het lezen van Rondom Dalfsen nummer 101. Daarin staat een uitgebreid artikel over “Het buitentje Het Heuveldink”. Dat stond precies in de bocht waar je rechtsaf de Marhoekersteeg in gaat. Een al eeuwenlang bewoonde plek, zo blijkt. Wie in de bocht naar rechts kijkt (eigenlijk niet doen dus) ziet een eenzame en oude lindeboom in het land staan. Als die boom een geheugen had en kon praten zou zij heel veel kunnen vertellen over de familie Poppe die op het naastgelegen buiten, Het Heuveldink, woonde. Nu is van dat pand niets meer te zien. En passant blijkt het oude, witte, tolhuis, dat pal aan de Poppenallee staat, er ook mee te maken te hebben.
Wie toch de Marshoekersteeg inslaat (heel vroeger moest dat sowieso als je naar Zwolle wilde) zou in de buurt kunnen komen van de eendenkooi van de familie Kooiker (eigenlijk niet doen dus). Als je zo’n naam bezit hoeft het geen verbazing te wekken dat je zo’n kooi in stand houdt. Het is en was niet de enige eendenkooi in Dalfsen. Niet zo vreemd, het Vechtlandschap leende zich er uitstekend voor en gebraden eend is een smakelijke hap en vroeger een welkome aanvulling op het dagelijkse menu. Waar die kooien zich bevonden en hoe zij precies werkten staat uitvoerig beschreven.
Niet veel Oudleusenaren zullen wekelijks via de Poppenallee naar Zwolle rijden. Zij hebben hun “eigen” Hessenweg. Als die weg een geheugen had en kon praten zou zij heel veel kunnen vertellen over de Oudleusenaren die daar in de buurt woonden en wonen. Aangezien dat niet het geval is hebben een paar van hen zelf maar een plan gemaakt om het DNA van Oudleusenaren in beeld te brengen. Daar doen zij in deze Rondom Dalfsen verslag van. Dan gaat het over de film die is opgenomen (in de Bronstijd?), over de op de vele oude boerderijen teruggebrachte namen en over de kaart die zij op een tafel hebben vastgemaakt. Welke kaart heel veel informatie bevat over de historie van Leusen en die dag en nacht geraadpleegd kan worden in het centrum van het dorp.
Oude boerderijen stonden er ook in Dalfsen, bijvoorbeeld waar zo’n beetje de tweede nieuwbouwwijk verscheen. Pleijendal en Pastoriestraat en omgeving. Je kon er mooi wandelen, tussen de boerderijen Polhaar, Oude Breuil, Braam en Westerhof. Die zijn allemaal afgebroken. Gelukkig hebben we de foto’s nog!
Kortom, wie de Rondom Dalfsen niet in de bus krijgt kan een exemplaar aanschaffen bij de boekhandel in Dalfsen of bij Wennemars in Oudleusen of Blitsspul in Lemelerveld.
Namens de redactie, Jan Sibelt
Markante mensen in Rondom Dalfsen nummer 100! december 2020
De honderdste editie van een geschiedenistijdschrift moet natuurlijk iets bijzonders zijn. Dat geldt ook voor Rondom Dalfsen. Maar wat is dan bijzonder, behalve heel dik en veel kleur? De redactie bedacht: mensen zijn bijzonder. Heel veel mensen zijn bijzonder, misschien zijn wij allemaal wel bijzonder. Hoe maak je dan een keuze daaruit? We hebben toen een selectie gemaakt van bijzondere én markante mensen uit ons werkgebied. Markant omdat zij opvallen. Bijvoorbeeld omdat zij (ooit) 100 jaar zijn geworden. Dat is weinigen gegeven en wat maakt hen dan juist zo bijzonder? Wat hebben Dorus Broeks, Bart Schaapman, Jansje van Echten-Geerts, Marie Schrijver-Niens, Katrien Witsenboer-Visker en Everdina Kok-Meesters met elkaar gemeen, anders dan dat zij 100 jaar of meer zijn of zijn geworden? In elk geval dat zij als volwassene een of twee wereldoorlogen hebben meegemaakt. De wereld en hun eigen omgeving in een eeuw tijd zien veranderen als nooit tevoren in zo’n relatief korte tijd is gebeurd. Ieder van hen heeft wel iets speciaals meegemaakt dat veel indruk heeft gemaakt. Dorus Broeks zag op 30 januari 1944 de onlangs in Millingen opgegraven Messerschmitt neerstorten. Bart Schaapman heeft nog meegemaakt dat er een kilometerlange “file” van schepen in het Overijssels kanaal lag te wachten op het lossen van de vracht suikerbieten voor de fabriek. Geen wonder dat Lemelerveld zelfs tot na de oorlog werd aangeduid als “febriek”. Jansje van Echten moest als 13 jarige al voor een groot gezin zorgen. Dat blijft je ook wel bij.
Honderd jaar worden kan je als het ware overkomen. Jezelf op een bijzondere manier inzetten voor de samenleving is een ander verhaal. Daarvan bevat deze Rondom Dalfsen er ook vele. Portretten van een andere groep van markante mensen. Zoals meester Overmars uit Hoonhorst. Hij was van 1932 tot 1968 hoofd van de school aldaar. Het lijkt wel of hij bij alle initiatieven die in die periode in Hoonhorst van de grond kwamen betrokken was. Het maakte niet uit of het over sport, over de kerk of over boeren ging. Vergelijkbaar met Henk Beunders uit Lemelerveld, ook hoofd van de school en betrokken bij allerlei plaatselijke activiteiten. Niet in de laatste plaats bij de gemeentelijke herindeling van “zijn” dorp. Betrokken bij zijn dorp is ook Dirk Brugman. Net als Beunders geen Sallander van geboorte, maar begaan met de politiek en de natuur in en rond “zijn” Dalfsen. Henk van de Beeke hoefde geen lange reis te maken om in Dalfsen uit te komen. Zijn wortels liggen in de Marshoek. Zijn takken spreiden zich in Dalfsen uit over een heel breed scala aan vrijwilligerswerk. Die voor de Historische Kring en speciaal voor Rondom Dalfsen wierpen jarenlang wel hele mooie vruchten (foto’s, films etc) af. Dan Oudleusen. Dat is in deze Rondom Dalfsen een verhaal apart. Een heel oud gebied dat pas na de oorlog een ontwikkeling tot een echt dorp kende. Met een kern en met voorzieningen en organisaties. Daar hebben veel bewoners aan bijgedragen. Een beschrijving daarvan levert een kleine dorpsgeschiedenis op.
Rondom Dalfsen opent met een artikel over en van burgemeester Erica van Lente. Zij heeft niet alleen door haar naam een historische band met onze streek. Na twee jaar burgemeesterschap geeft zij haar indrukken weer van de gemeente en vooral van haar gesprekken met mensen uit haar en onze gemeente. Kortom, alle redenen om het extra dikke en fraai geïllustreerde nummer 100 te lezen. Als je geen lid bent van de Historische Kring kun je het gewoon kopen in Dalfsen, Lemelerveld en Oudleusen. Lid worden is uiteindelijk goedkoper. Prettige Feestdagen!
Namens de redactie, Jan Sibelt
Voeren en varen in en rond Dalfsen september 2020
In Rondom Dalfsen nummer 99 gaat het heel veel over transport. Vanuit geschiedkundig oogpunt mag dat geen verwondering wekken. De historie van de 4 kernen uit het werkgebied van de Historische Kring is ondenkbaar zonder aandacht te geven aan het vervoer dat het gebied doorkruiste. Zeg nu zelf, wat zou Oudleusen zijn zonder de Hessenweg, Dalfsen zonder de Vecht, Lemelerveld zonder de kanalen en Hoonhorst zonder zijn oude wegen? Misschien, nou misschien, zouden zij niet eens bestaan.
Het gebied waarin nu het dorp en het buitengebied van Hoonhorst ligt werd vanouds doorsneden door 2 belangrijke wegen: een koningsweg en de weg van Kampen naar Osnabrück. De eerste liep vanaf de hof Ierte (ten zuiden van e Heinoseweg) naar de hof Archem achter de Lemelerberg. De Oude Vechtsteeg is er een restant van. Beide hoven zijn al zo’n 1000 jaar bekend en behoorden tot het klooster van Essen. De weg die vanuit Kampen via de binnenstad van Zwolle naar Duitsland liep volgde deels het tracé van de huidige Molenhoekweg en de Twentseweg. Op deze zandwegen voeren de voermannen, reden de karretjes, liepen de paarden. De reizigers legden aan bij de vele herbergen langs de wegen of zochten anders onderdak.
Op de kruising van de Molenhoekweg en de Koelmanstraat is nu een schuilhut gebouwd, die “De Kapelle” is genoemd. Gerealiseerd in het kader van het project DNA van Dalfsen en gerealiseerd in goede samenwerking tussen de gemeente en de werkgroep Hoonhorst van de Historische Kring Dalfsen. Landschap Overijssel heeft het nu overgenomen.
Dit alles wordt uiteengezet in een fraai geïllustreerd artikel. De achtergrond van de Papenallee krijgt de lezer er gratis bij.
Het zelfde DNA project heeft ook sterk bijgedragen aan het in de vaart brengen van de Vechtzomp. De rol van dit scheepstype op de Vecht wordt toegelicht, net als de technische aspecten van deze platbodems en waarom juist dit soort boten voor de Vecht zo geschikt waren. En voor Dalfsen zo belangrijk. Waar zou die naam zomp vandaan komen. Uit Enter waar ze gebouwd zijn? Of weten de varkens er meer van?
Om het belang van de scheepvaart voor Dalfsen te onderstrepen zijn in het blad de avonturen beschreven van het schip de Gerrigje. Ooit was deze Hasselter aak in het bezit van de gebroeders Chris en Berend van de Vegte, telgen uit een Dalfser schippersfamilie. Zij noemden het schip, dat zij voor het vervoer van turf gebruikten, naar hun oma, maar verkochten het in 1962. Op 13 april 1945 is het schip nog ingezet bij het overzetten van Canadezen naar het dorp. Uiteindelijk kwam het in het bezit van Willem Poldermans die het helemaal in oude luister herstelde. En dat is een lang traject en een mooie zoektocht gebleken. Hij kwam er mee in Dalfsen maar ging er ook de zee mee op, tot Parijs aan toe.
Rondom Dalfsen is gratis voor de leden van de HKD. Losse nummers zijn verkrijgbaar bij de boekhandels in Dalfsen, bij Wennemars in Oudleusen en bij Blitsspul in Lemelerveld.
Namens de redactie, Jan Sibelt
De bevrijding vieren april 2020
Dalfsen kan geen vrijheid vieren. En het had zo mooi kunnen zijn. Onder het motto dalfsenviertvrijheid waren een heleboel activiteiten ontplooid om te gedenken dat Nederland 75 jaar geleden bevrijd is en om de vrijheid vanaf 1945 te vieren. Allerlei bijeenkomsten, lezingen, muziek, kinderen die het begrip vrijheid uit- en verbeelden, kunstmanifestaties, vlagvertoon, rijdende militaire voertuigen, exposities, informatiepanelen bij vliegtuigcrashplaatsen en een tijdelijk museum. Alles, althans bijna alles, gaat niet door. Verslagen door een virus.
De vrijheid vieren, hoe deden wij dat na een periode van onvrijheid? In april 1945 herwon de gemeente Dalfsen haar vrijheid. In het dorp Lemelerveld werden al op 10 april de Duitsers verdreven. Dat gebeurde door Canadese militairen die, de weg gewezen door plaatselijke verzetsmensen, vanuit het zuiden oprukten en na beschietingen de Duitse militairen verjoegen/massaal gevangen namen. Dat had tot gevolg dat in het dorp al feest werd gevierd, terwijl in het buitengebied volop Duitsers zich uit de voeten maakten, vooral richting Dalfsen. Vieren was een kwestie van opgelucht, lachend en uitgelaten bij elkaar komen, verstopte drankflessen aanspreken en blij zijn allerlei kennissen weer onbekommerd te ontmoeten. Het leed van de slachtoffers even vergeten. Het aantal daarvan stond overigens bepaald niet bij iedereen op het netvlies in die dagen. Vandaag de dag horen of zien wij de cijfers om half drie ‘s middags. En wat voor een gevoel zullen de vele onderduikers in onze dorpen en buurtschappen wel niet hebben gehad? Niet in een paar woorden te beschrijven, lees hun verhalen er maar op na.
In Dalfsen was het drie dagen later misschien nog pregnanter. Op 13 april was in alle vroegte de brug opgeblazen door zich vervolgens snel uit de voeten makende Duitse militairen. In het dorp werd verder geen schot gelost. Canadezen werden overgezet met boten van Dalfsenaren. Mensen trokken naar de brug, hieven spontaan het Wilhelmus aan, Excelsiorleden deden mee, vlaggen werden uitgehangen en alles wat oranje was werd uit kasten gehaald en aangetrokken of meegenomen. Mensen die pro-Duits waren of van die gevoelens werden verdacht werden opgepakt en vastgezet. Inclusief een NSB-burgemeester. Revanchegevoelens staken de kop op. Dat zal niet altijd verheffende beelden opgeleverd hebben. Terwijl dit zich in het dorp afspeelde werd er bijvoorbeeld in de Broekhuizen volop gevochten tussen Canadese en Duitse troepen. Een paar boerderijen werden in brand geschoten, de Canadezen namen geen enkel risico. Ook in Oudleusen en Hoonhorst sneuvelden boerderijen en helaas ook mensen tijdens vuurgevechten.
De vrijheid vieren was geen kwestie van dagenlang feesten, hossen, drinken en muziek maken. Meer een zaak van opluchting, emotie uiten en laten zakken en dan vervolgens zo gauw mogelijk over naar de orde van de dag. Vrolijke bijeenkomsten, vieringen in kerken, een grote oecumenische op de Lemelerberg, optochten met muziek en versierde wagens en mensen in mooi kleding, dat was het hoofdzakelijk wel.
En hoe zal dat gaan als de huidige corona-maatregelen worden ingetrokken? Wat voor energie komt er dan vrij? Het zal niet gaan zoals in april 1945 : totale vrijheid van de ene op de andere dag. De vele slachtoffers zijn veel beter in beeld dan toen. Dat maakt dat de “overlevers” eigenlijk beter hun de gezondheid kunnen vieren. En voor de rest zien we volgend jaar wel.
Maar wel allemaal vlaggen op de bevrijdingsdag in jouw dorp!
Jan Sibelt
Voorzitter HKD
Een naam geven december 2019
Wie kent in Dalfsen niet het kruispunt Driessen? In Raalte kent iedereen kruispunt Bos. Een beetje Hoonhorster weet waar de afslag ’t Broene Peerd” is en in Lemelerveld kent iedereen Ellenbroeksbrug, ook al bestaat die eigenlijk niet meer. Plekken/wegen worden aan namen gekoppeld, de plek blijft , de naamgever verhuisd of verwisselt het tijdige voor het eeuwige.
Op de voorpagina van de nieuwe Rondom Dalfsen staat een foto van petroleumventer Driessen. Hij woonde vlakbij het oude, nu meer bekende en, qua ongelukken, beruchtste kruispunt van Dalfsen. Je hoeft dus niet beroemd te zijn om je naam voort te laten leven. (Foto: Petroleumventer "Pretolie" Driessen)
Voortleven deden ze niet altijd bij het kruispunt. Ooit was het een vaste plaats voor het uitvoeren van doodstraffen: er stond een galg. Op oude kaarten is dat nog zichtbaar. Als er weer eens iemand ter dood werd veroordeeld, dan moest de buurt de galg opbouwen. Ze kregen daar ook iets voor. Vast een fiscale toeslag of zoiets.
Een toeslag kreeg Gos Eshuis niet. Wel een gouden medaille namens de koningin. Hij won die namelijk in 1903 voor het mooi voordragen van een gedicht, een reciteerwedstrijd noemde men dat. Hij kon dus meer dan het opzetten van een bedrijf. De lezer van Rondom Dalfsen krijgt de geschiedenis van zijn bedrijf er gratis bij. Zijn nazaten treden tot vandaag de dag in zijn voetsporen.
Piet Snijder en Diny van den Berg – Bisschop hebben misschien nooit een gedicht gereciteerd, maar hun levensloop staat wel mooi in deze Rondom Dalfsen. Daarbij heeft Piet Snijder zeker veel prijzen gewonnen met “zijn” fanfareorkest Excelsior. Geboren in Hessum , maar toch een oprechte Dalfsenaar geworden. Dan mag je naam in de Oprechte Dalfser Courant.
(Foto: Piet Snijder 50 jaar, 21 oktober 1982. Hij snijdt zijn zelfgebakken Abraham aan. Achter de toonbank kijkt Jenny toe.)
Diny Bisschop is geboren in Dalmsholte, maar een echte Lemelerveldse geworden. Dat mag je rustig zeggen als je 95 bent en al sinds 1946 in het dorp woont. En daar getrouwd bent met een aannemer, 8 kinderen op de wereld zet en nog boeiend kunt vertellen over allerlei bijzondere lieden in dat dorp.
Wie de Rondom Dalfsen in het midden openslaat ziet dat in 1953 Dalfsen tussen de Vechtdijk, de Prinsenstraat, het Kerkplein en de Vechtstraat een echt groene long had.
Toch mooi dat leden van de Historische Kring Dalfsen dat blad in de bus krijgen. Maar losse nummers zijn ook te koop. Bij de boekhandels in Dalfsen, bij Wennemars in Oudleusen en bij Blitsspul in Lemelerveld.
Namens de redactie, Jan Sibelt
Ankum aan de Vecht? april 2019
“Nee, ik komme niet uut Dalfsen, ik komme uut Ankum!”. Dat heb ik verstokte Ankummers wel eens horen zeggen. Met enig recht, want Ankum – in oude papieren ook wel als Ancum geschreven – is een heel oude buurtschap of dorp zo men wil. Tegenwoordig is de bebouwing van de kern Dalfsen al tot de Vossersteeg gevorderd, de Leemculeweg is hier en daar al overgestoken, dus enig annexatiegevoel zal de echte Ankummer niet vreemd zijn. Dat oude gebied Ankum bevat veel historie, zoals uit de vorige Rondom Dalfsen en herinneringen van de geboren Ankummer Thijs Knotters al bleek. De nieuwe editie laat zien dat Ankum alle kenmerken van een dorp bezat. Een paar bakkers en winkeliers, smeden, twee scholen, een voetbalclub en een gebouw voor allerlei verenigingsactiviteiten, waaronder kerkdiensten. Nuchtere mensen die Ankummers. Zo’n zelf aangeschaft en in elkaar gezet pand werd gewoon “Het Gebouw” genoemd. Niks Kulturhus of zo. Wel modern gefinancierd: via uitgifte van renteloze aandelen. Crowdfunding zeggen wij nu.
Of Ankummers ook muzikaal waren vertelt het verhaal niet. Misschien dat Mies van de Wal dat weet. Want zij heeft op dit gebied haar sporen in Dalfsen en omstreken wel verdiend. Accordeon spelen en accordeonles geven, pianoles geven, koren dirigeren, cabaret begeleiden, zelf zingen, wat heeft zij eigenlijk niet gedaan. De stelling dat zij van alle muzikale markten thuis is lijkt mij niet Aanvechtbaar. Dat lijkt mij evenmin het geval bij de stelling van Ben Kloosterman dat er een houtzaagmolen pal aan de Vecht (nu Bellingeweer) heeft gestaan. Die molen is gesneuveld bij de kanalisatie van de Vecht eind 19de eeuw.
Nu in alle kernen van het gebied dat de HKD bestrijkt (Hoonhorst, Lemelerveld, Oudleusen en Dalfsen) in de bibliotheken aandacht is voor bedrijven en bedrijvigheid is het passend dat in deze Rondom Dalfsen extra aandacht is voor wat een echt Dalfser bedrijf was: Garage Jacobs.
Net zoals het zeer gepast is om in deze periode van het jaar stil te staan bij de gruwelijkheden van de Tweede Wereldoorlog. Eén van die gruwelijkheden was het bombardement op 17 september 1944 op de psychiatrische inrichting in Wolfheze. De Geallieerden, bezig met de Slag om Arnhem, dachten dat er nog Duitsers in de gebouwen zaten. Die waren er al vandoor. Niet minder dan 86 Nederlanders verloren het leven. Eén van hen was Antien Hakkers uit Dalfsen. Opdat wij maar niet vergeten.
De Rondom Dalfsen is gratis voor leden van de Historische Kring. Losse nummers zijn verkrijgbaar in het Historisch Centrum Ab Goutbeek in de Trefkoele+, bij de Dalfser boekhandels en bij Wennemars in Oudleusen.
Namens de redactie, Jan Sibelt
Heerlijke historie januari 2019
Is er steeds meer belangstelling voor geschiedenis? Of nog steeds? Of steeds minder? Wie afgaat op het succes van het plaatjesalbum “Dalfsen door de eeuwen heen” van Albert Heijn/Huisjes zal neigen naar “meer”. Er zijn meer dan 1700 albums uitgegeven. En op de ruilmiddagen verdrongen jong en oud (ik schat van 8 tot 80) zich om op de tafels met plaatjes om de ontbrekenden in hun album te bemachtigen.
Het volle album is prachtig om te zien. Fraai vormgegeven door Paulien Tempelman met een mooi contrast tussen de foto’s – uit de voorraad van de Historische Kring – van oud Dalfsen en die van hedendaags Dalfsen. Geschiedenis leeft wel degelijk dus. Zeker als zij mooi verpakt is. En die verpakking kan zijn: foto’s, documenten, opnames, mondelinge en schriftelijke verhalen, doorwrochte artikelen, presentaties, tentoongestelde voorwerpen, opgegraven voorwerpen en wat al niet meer. Alles uitgroeien tot schatten van Dalfsen, Lemelerveld, Hoonhorst of Oudleusen. Alle reden om geschiedenis van onze eigen omgeving te koesteren, te omarmen, te beschermen, te bekijken, te raadplegen, te bewerken, te laten zien en te laten horen. En laten wij dat nou allemaal doen bij de Historische Kring Dalfsen. Binnen en buiten ons Historisch Centrum Ab Goutbeek in de Trefkoele+. We bemoeien ons met het DNA van Dalfsen, met de Vechtzomp, met de schuilhut in Hoonhorst, met het Kerkbrugje in Lemelerveld en het markegebeuren in Oudleusen. We laten het zien in ons blad Rondom Dalfsen, op de site, op facebook, op Dalfsennet, op MijnStadMijnDorp, tijdens de Historische Avond, de Dialectavond en Monumentendag. Dat doen wij allemaal graag, maar ook graag zouden wij dat met meer mensen willen doen. Er is nog zoveel werk aan onze winkel. Het verwerken foto’s (wie en wat staat er op) en het documenteren van schriftelijk materiaal bijvoorbeeld. Het verzamelen van oorlogsmateriaal en het opnemen van verhalen. Het organiseren van evenementen. En het digitaliseren en toegankelijk maken van al het materiaal. En dat doen wij omdat het leuk is, belangrijk is en interessant is. En het is bij ons ook nog gezellig ook. Kom er dus bij! Of kom met jouw oude spullen langs, elke morgen zijn wij geopend.
Voor wie denkt “wat heb ik aan het verleden? “ zou ik de woorden van de Belgische schrijver Karel Jonckheere in herinnering willen brengen: “Als het verleden niets waard is voor het heden, wat is dan het heden waard voor de toekomst?
Het wordt vast weer een historisch jaar.
Jan Sibelt, voorzitter Historische Kring Dalfsen