HOONHORST – Historie Hoonhorst door historicus Derk Westerhof, voor ruim 35 personen in de dorpshuiskamer. Derk geeft aan dat hij de historische werkgroep Hoonhorst wil ondersteunen met meer onderzoeken vanaf de middeleeuwen. Dit nadat hij al 5 jaar dergelijke onderzoeken in Dalfsen heeft gedaan. Hij doet tevens een oproep aan de inwoners van Hoonhorst de werkgroep te assisteren, door zelf op zoek te gaan naar historie.
Op internet, achter je computer huis kun je bijna alles vinden. Hij roept vooral jongeren op de geschiedenis levend te houden, neem gerust contact op met Jolanda van de werkgroep.
Hoonhorst 255 jaar zit er aan te komen, hoewel het gebied en de naam Hoonhorst (Hoenhorst of Hohenhorst) veel ouder is. Het een groot gebied is tussen de Marswetering en de Ter Kuile ( de Koele). Al voor de middeleeuwen ligt hier een hoog deel, een horst genaamd. Maar ook de Slendebroek kent een oud gebied. (een slende is een smalle strook, een broek is een nat gedeelte), Slendebroek, het oude spijker al genoemd is 1630/1640 ( zie DN zoek; “monument Blauwedijk4 Hoonhorst” ) was van D. Roelink, die ook eigenaar was van de Vechterweerd.
Bij de Marswetering stond nog een oud erf, “Sepelers erve” uit diezelfde periode.
Jaartallen en overzichten; Het kasteel Hoenhorst werd in 1344, “teniet gedaan”, mogelijk afgebroken en/of bewoners verjaagd, door Abert Snavel. In 1404 was Johan van Hoenhorst (Hoonhorst) richter in Zwolle. In 1406 was de Hoenhorst in eigendom van de graaf van Bentheim en was daarmee de Leenheer. 1425 Alberts Snavel was eigenaar van het gebied Den Aalshorst. 1474 werd de Hoenhorst door “Huis (Florens) Radewijk” uit Deventer verkocht aan Otto van Rechteren.
1468 Kloosters stonden vooraan in de ontginning in heel noord en oost Nederland, Zie ook het hof Ierthe en op hof Hoonhorst en omgeving hadden ze veel invloed en bezittingen. Leenmannen (zij die de boerderij huurden) moeten tienden afdragen aan de kloosters, in dit geval ging het vaak om het klooster Sibculo. (tienden zijn 1/10e deel van de opbrengst).
1596 Hoonhorst was een soort brinkdorp van 5 wooneenheden (bewoners) zoals; Damman, de Klapmuts, Melenhorst, Sepelers erve, en het hof de Hoenhorst. Het Baken als mede het aan de overzijde van de Marswetering, het Sepelers erve was in het bezit van Rechteren ( van Voorst). Ludger van Voorst trouwde met een van Heekeren en noemden zich Rechteren. Het Sepelers erve noemden ze toen de kleine Hoonhorst.
Hof Hoenhorst (Hoonhorst) kwam in 1733 in bezit van de familie van Haersholte, heer van Westerveld, getrouwd met Te Tarde, hun dochter trouwde met Berend Bentinck van Schoonheeten en werd eigenaar. ( Zie DN “Wat vond berend Bentinck uit Schoonheeten in Hoonhorst”). In 1770 heeft Bentinck een perceel grond, “De Tempelkamp” verkocht aan het kerkbestuur, waar de eerste kerk van Hoonhorst werd gebouwd. De historische informatie van de periode na 1770 is voldoende bekend bij de historische werkgroep.
Derk Westerhof is ervan overtuigd dat er voor 1770 ergens een locatie moet zijn geweest waar de katholieken toch hun gebeden konden houden in een vorm van een schuilkerk misschien.
Hiervoor is meer onderzoek nodig. Hij gaat in elk geval samen met de werkgroep verder speuren. Tijdens de markt op 17 mei zal er vast nog heel veel informatie te zien zijn.